Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij ging heen, en zond tot Josafat, den koning van Juda, zeggende: De koning der Moabieten is van [6]mij afgevallen, zult gij met mij trekken in den oorlog tegen de Moabieten? En hij zeide: Ik zal opkomen; zo [7]zal ik zijn, gelijk gij zijt, zo mijn volk als uw volk, zo mijn paarden als uw paarden. 6. Die ik ben de wettelijk opvolger in het koninkrijk mijns vaders, en daarom zulk een afval mij moest aantrekken, hoewel hij hier tevoren geschied is. Zie boven, hfdst.1 vs.1. 7. Vergelijk 1 Kon.22;4, en zie de aantekening.